De directrice van Rosemere

Darbury, Engeland, februari 1816

William Sterling wist het absoluut zeker. Hij werd gevolgd.

Hij was een makkelijke prooi – nu meer dan ooit.

Hij had beter moeten weten dan nog op zo’n laat tijdstip over de hei te gaan, nu het grijze maanlicht gesluierd werd door een middernachtelijke nevel en de vers gevallen sneeuw de illusie wekte dat de ondergrond gelijkmatig was.

De droeve roep van een uil doorsneed de nachtelijke stilte, en met een scherp klikken van zijn tong maande William zijn paard om sneller te gaan.

Hij had de hoofdweg die direct naar het ijzeren toegangshek van Eastmore Hall leidde bewust gemeden, omdat die hem te breed was. Te open. Hij koos in plaats daarvan voor het zandpad dat van het dorpsplein van Darbury naar Wainslow Peak leidde. Het pad was dan misschien wat smal en moeilijk te zien door de sneeuw, maar hij zou in elk geval niet opvallen.

De volbloed onder hem danste en glibberde naar links, en het dier gooide zijn enorme hoofd verontwaardigd in de nek. William luisterde naar de waarschuwing. Misschien was het koppige dier wel verstandiger dan hij.

Hij kon natuurlijk ook afstappen en Angus te voet naar Eastmore Hall leiden. Gezien de wind en sneeuw zou dat minder riskant zijn. Maar dat zou een hele wandeling worden en dat zou zijn tempo aanzienlijk vertragen. En met die gedachte kwam gelijk ook weer de herinnering op aan de twee mannen die zich in de Griffin’s End Inn verdacht hadden gedragen en hem in de gaten hadden gehouden.

Nee, hij had de bescherming van Eastmore Hall nodig. En wel snel.

William drukte zijn kuiten tegen de zij van zijn paard en wierp opnieuw een blik over zijn schouder. ‘Ja!’

Ondanks de koude lucht droop het zweet langs zijn slapen. De tijd leek door alle onzekerheid wel langzamer te gaan. Hij bereikte de top van Wainslow Peak – weinig meer dan een flauw glooiende heuvel met wat oude stenen erop – en draaide zijn paard de open plek bij Sterling Wood op. Hij vulde zijn longen met de bitterkoude lucht en nam het donkere landschap in zich op.

Het gras, dat nu bedekt was met een laag sneeuw, glooide omlaag naar de vallei van de rivier Thaughley. Het zwakke schijnsel van de maan viel op de Rosemere School voor Meisjes – een van zijn pachters.

Was Eastmore Hall maar zo dichtbij.

Met een snelle beweging van zijn gehandschoende hand trok hij de rand van zijn hoed over zijn ogen en draaide zijn paard richting huis. Plotseling schoot een groot, donker paard vanuit de beschutting van de bomen naar voren; het beest glibberde op hem af, blokkeerde de doorgang en wierp daarbij een wolk van sneeuw en aarde op. Witte adempluimen schoten uit zijn neusgaten. Angus begon te steigeren, en zijn hoge gehinnik doorsneed de onheilspellende stilte. Met een door schrik ingegeven kracht omklemde William het middel van zijn paard met zijn kuiten en dreef het dier naar voren. Hij keek woest om zich heen, op zoek naar een doorgang tussen de stenen die hem omsloten. Maar in plaats van een uitgang zag hij nog een man opduiken, eveneens te paard.

‘Kom van dat paard af, Sterling.’

Met bonkend hart bevochtigde William zijn lippen en trok aan de teugels. Hij draaide zijn opgewonden paard rond, wanhopig op zoek naar een ontsnappingsmogelijkheid. Hij moest denken aan alle oneervolle gebeurtenissen die naar dit moment hadden geleid. Spijt ging hem nu niet helpen, al helemaal niet met een pistool op zijn borst gericht.

‘Ik zei afstappen!’

William draaide zich om. Hij keek in de loop van een derde pistool.

Omsingeld.

Lees verder in:


De 25-jarige Patience Creighton wordt een oude vrijster genoemd. De directrice van de Rosemere School for Young Ladies had verwacht dat haar hart ooit veroverd zou worden door een elegante jongeman, maar zover is nooit gekomen. En sinds haar vaders dood heeft ze haar handen vol aan de zorg voor haar moeder en het besturen van de school.
Maar dan staat op een avond haar zwaargewonde huurbaas voor de deur. Patience verzorgt hem, maar kan niet vermoeden dat deze man haar toekomst op het spel zet.

button_ja-ik-wil-bestellen