Jaloezie
Les 2 hoofdstuk 1
Dit is de geschiedenis van Jakob (en zijn familie). Toen Jozef 17 jaar was (hij was dus nog jong) ging hij altijd met zijn broers de schapen hoeden. Die broers waren de zonen van Bilha en Zilpa, de bijvrouwen van zijn vader. En Jozef bracht zijn vader slechte berichten over zijn broers. Israël (Jakob) hield meer van Jozef dan van al zijn andere zonen, omdat Jozef geboren was toen Israël al oud was. Daarom gaf hij hem een mooie mantel met meerdere kleuren. Toen zijn broers zagen dat hun vader meer van Jozef hield dan van hen, haatten ze hem. Ze konden niet meer vriendelijk tegen hem doen.
Een appelboom groeit alleen met helder zonlicht, water en de juiste aandacht. Je moet de boom goed verzorgen, wil die niet verdorren en doodgaan. Aan de andere kant kunnen appels er al prachtig uitzien, maar zuur en bitter zijn wanneer je ze te vroeg plukt. Of zelfs heerlijk smaken, maar dodelijk zijn wanneer er telkens druppeltjes gif in het water zaten dat je aan de boom gaf.
Je wordt niet zomaar jaloers. Dat heeft vaak te maken met de voedingsbodem die je als kind hebt gekregen. Wanneer je steeds de juiste aandacht en eerlijke liefde hebt ontvangen van je ouders en vrienden, zal je gezond opgroeien en niet zomaar redenen hebben om jaloers te zijn.
De broers van Jozef waren zo jaloers, dat het zelfs omsloeg naar haat. Hun wortels groeiden op een grond waar telkens de verkeerde voeding terechtkwam. Allereerst klikte Jozef telkens tegen hun vader over hen (onhandig!) en toen kregen de broers ook nog eens door dat Jakob Jozef voortrok (pijnlijk!). Met als gevolg dat ze met geen mogelijkheid nog aardig konden doen tegen Jozef.
Leave a comment
Comment as a guest: