De reactie van Cees van der Kooi op Alle dingen nieuw

Theologie als krasplaatje

Naar de verschijning van  Alle dingen nieuw van Erik Borgman werd al lang uitgekeken. Collega’s wisten dat hij ermee bezig was, vroegen er naar, en nu ligt het eerste deel er. De lancering van wat vermoedelijk zijn magnum opus wordt roept hoge verwachtingen op – niet zonder reden stelt hij zich in de schaduw van zijn mede dominicaan Thomas van Aquino. Voor de mensen van nu wil hij doen wat Thomas voor zijn tijd deed (317). Het geloof verstaanbaar maken, laten zien wat er is, want niets is wat het lijkt. Hij doet dit als een conversatie met veel anderen, met geleerden, maar vooral met dichters, schrijvers, kunstenaars van allerhande soort. De middeleeuwse methode van het ‘sic et non’ wordt concreet als een ongelooflijke boeiende rondreis langs en gesprek met een keur aan denkers, dichters, kunstenaars, mystici en inderdaad, ook theologen.

In de opzet van breedte en wijdte van horizon en diversiteit van gesprekspartners deed het boek me denken aan Een seculiere tijd van Charles Taylor. Alleen al naar de vorm: De lezer leert ongelooflijk veel al duurt de reis soms ook een beetje lang en moet je af en toe even pauze nemen. Maar ook naar de inhoud moest ik aan Taylor denken. Met Taylor deelt Borgman de overtuiging dat het secularisme zich dan wel in een brede laag van onze cultuur gevestigd mag hebben, maar dat die vanzelfsprekendheid op lemen voeten staat. Het geloof heeft een eigen grond en Borgman vertelt ervan, schaamteloos en zonder excuus. Wat door de filosoof Taylor als cultureel keuzemenu wordt voorgesteld is bij de theoloog Borgman helemaal geen keuze meer. In het leven zelf, op de meest onverwachte momenten vindt Gods aanraking plaats, van licht, van liefde, van het nieuwe.

Alle dingen nieuw is één lang betoog dat het geloof een eigen grond en bron kent, die zich midden in het leven opent, vaak in de diepte of in de woorden van Armando zelfs ‘in de buik van het kwaad’ kenbaar maakt. Het licht is er eerder dan het kwaad, heeft een prioriteit, die vooraf gaat aan al het andere. Aan die mogelijkheid of liever, zich steeds aandienende werkelijkheid van Gods presentie wil Borgman herinneren.

Of liever, hij verwijst ernaar. Gods presentie beperkt zich daarbij niet tot het moment van verlossing en bevrijding. De theologie waar die beperking wel plaats vindt krijgt van Borgman een stevig van langs, zoals Tillich en oudere vormen van bevrijdingstheologie. Ze laten het gewone leven aan de kant of werpen het weg als oud vuil waar niets te zoeken is. De tegenwoordigheid van Christus, de grammatica van de liefde, manifesteert zich echter in de vernedering, verwaarlozing en ellende. Het Isenheimer altaar van Matthias Grünewald met zijn indrukwekkende afbeelding van een door het St. Antoniusvuur gekwelde Christus speelt dan ook een prominente rol bij Borgman. De liefde van God wordt niet pas concreet in de opheffing van het lijden, maar zit in de aanwezigheid van Gods nabijheid in de ellende, in de etter en het pus van de gekruisigde. God kan binnendringen en mensen aanspreken op nieuwe openheid. Van die openheid is het gebed de uitdrukking. Het gebed is dan niet de oorzaak van de aanraking, het is de uitdrukking van de aanraking. (87)

Wat doet theologie? Goede theologie verwijst, of liever, theologie werkt als potlood op een krasplaatje. Door geduldig te krassen en het oppervlak te bewerken komt de afbeelding tevoorschijn. Dat is de essentie van de titel. Alle dingen in dit leven, het gewone, komt in een nieuw licht te staan. In uw licht zien wij het licht (Ps 36:10b).

Is het vreemd dat ik bij mijn lectuur ook geregeld aan Karl Barth moest denken? Die had een afbeelding van het Isenheimer altaar boven zijn bureau hangen, en Ps 36:10 was zijn lievelingstekst. Theologie als verwijzing naar Gods eigen handelen, zijn vrijheid tot liefde, en Christus als grammatica van die liefde.

Kees van der Kooi
Professor Emeritus of Systematic Theology
Herman Bavinck Center of Reformed and Evangelical TheologyDistinguished Lecturer ESAA/EURAC Erasmus University Rotterdam

Van dr. C. van der Kooi verschenen de volgende uitgaven: