Gods toekomst voor dieren – Raymond R. Hausoul

1. Omdat God van dieren houdt 

In een kort stripverhaal van Casper en Hobbes steekt Casper zijn hand op in de klas. De lerares geeft hem het woord.
‘Juffrouw, ik heb een vraag over deze wiskundeles,’ zegt Casper. De lerares reageert met een vragend ‘Ja?’
Daarop gaat Casper verder: ‘Als we vasthouden aan het feit dat allen zullen sterven, wat is dan het nut om integraalvergelijkingen op te lossen?’
De juffrouw negeert de vraag. Ze roept de klas op om pagina 83 van het wiskundeboek te bekijken. Afgewezen mompelt Casper: ‘Niemand houdt van ons big picture-mensen, die graag naar het geheel kijken.’

Casper heeft inderdaad een punt. Onder christenen groeit gelukkig de laatste jaren het verlangen om opnieuw naar de christelijke geloofsleer te kijken vanuit het grotere geheel, de big picture. Hoe geven we antwoord op relevante vragen vanuit de beweging van een oorspronkelijke schepping naar een toekomstige nieuwe schepping? De vraag naar Gods weg met de dieren in de geschiedenis hoort bij die belangrijke vragen.
Dit boek wil daartoe een aanzet geven. Het wil op een nieuwe manier nadenken over de plaats van de dieren in het scheppingsverhaal (hoofdstuk 2–3), in het drama van de eerste menselijke ongehoorzaamheid (hoofdstuk 4–5), in het verdere gevolg daarvan in de geschiedenis (hoofdstuk 5–7) en in de toekomstige voltooiing van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (hoofdstuk 8–13).
De doelstelling is niet om elke Bijbeltekst waarin over dieren wordt gesproken in dit boek aan de orde te laten komen. Dat zou onmogelijk zijn in dit korte bestek. Doordat mijn eigen onderzoek vooral verbonden is met het fysieke herstel en de relatie tussen het Bijbelse getuigenis van de oorspronkelijke schepping en de toekomstige nieuwe hemel en de nieuwe aarde, zal daar de aandacht naar uitgaan.
In dit boek zal daardoor het thema van de toekomst en het thema van de dieren in het centrum van de aandacht staan. De laatste hoofdstukken richten zich in het bijzonder op de vraag naar de uitleg van Bijbelteksten over de dierenvrede (hoofdstuk 8), de omgang met beeldspraak en het spreken over de nieuwe schepping op basis van voortgang (continuïteit) en onderbreking (discontinuïteit, hoofdstuk 9), het voorbeeld van Jezus als Eersteling van de nieuwe schepping en zijn houding tegenover de dieren (hoofdstuk 10), de omgang met de vernietigende taal van het Bijbelboek Openbaring (hoofdstuk 11), de vraag of er dieren in de nieuwe schepping zijn (hoofdstuk 12) en de vraag naar de verhouding tussen het bijbels leven, de toekomst en vegetarisme (hoofdstuk 13).
Wat mogen we in het licht van de Bijbelse openbaring en de christelijke geloofsleer zeggen over Gods weg met de dieren? Dat is de kernvraag die ons in dit boek intensief zal bezighouden. In gemakkelijkere taal zouden we de kernvraag als volgt kunnen formuleren: Hoe gaat God met dieren om? Hebben dieren zoals mensen een plaats in Christus’ verlossingswerk? Zijn er straks dieren op de nieuwe aarde? Het antwoord op de laatste twee vragen zal luiden: dieren hebben een plaats in Christus’ verlossingswerk en er zijn straks daadwerkelijk dieren op de nieuwe aarde. Wie daar al van overtuigd is, kan meteen in hoofdstuk 12 nalezen hoe ik dat persoonlijk uitwerk. Toch besef ik dat veel lezers mijn antwoord niet zonder verdere toelichting zullen accepteren. Het gaat hier immers om vragen waar de christelijke literatuur weinig over spreekt. De wereld van de dieren is in de christelijke theologie een terra incognita – een onbekend gebied. Het is een geweldige uitdaging om op een verantwoorde manier dieper in te gaan op deze vragen en openingen te bieden tot een constructief vervolggesprek. Dat is het doel dat ik met dit boek voor ogen heb en waartoe ik de lezer van harte uitnodig. Een avontuur waarin op zoek wordt gegaan naar de dieren in Gods heilsplan. We zullen dus stapsgewijs aan dit avontuur moeten beginnen om een sterke onderbouwing te bieden aan de antwoorden die in de laatste hoofdstukken worden gegeven.

Dit komt uit:

In Gods toekomst voor dieren gaat de Vlaamse theoloog Raymond Hausoul de uitdaging aan om op een verantwoorde manier vanuit de christelijke geloofsleer dieper na te denken over Gods weg met dieren van schepping tot nieuwe schepping. God houdt van dieren en geeft hun een bijzondere plaats in de schepping. Maar hebben dieren ook een plaats in Gods verlossingswerk? Zijn er straks dieren op de nieuwe aarde? Zien we er ons geliefde huisdier terug, en wat betekent dat voor onze huidige omgang met dieren?