De reactie van Wolter Huttinga op Raak me aan

raak me aan philip troostIn dit boek beschrijft Philip Troost aanraking als een levensbehoefte. Dus niet als een extraatje dat leuk is voor wie het zich kan veroorloven, of een hobby van mensen die ‘nogal lichamelijk’ zijn.

Lichamelijk zijn we allemaal en behoefte aan aanraking zit in ons menszijn ingebakken, er is geen menselijke identiteit zonder aanraking denkbaar.

Ook benadrukt Troost de noodzakelijke wisselwerking tussen lichaam en ziel, tussen het fysieke en het spirituele. En ook juist weer om die reden is aanraking geen add-on. ‘Als ik iets aanraak buiten mij, wordt er iets aangeraakt in mij’, schrijft Troost. Wat je doet met je lichaam, dat doet iets met je ziel. En anderzijds kun je zeggen dat de dynamiek, het verlangen van je ziel zich uitdrukt in de dynamiek van je lichaam. En ja, daar gaan vaak dingen scheef, dat hoef je therapeut Philip Troost niet uit te leggen.

Dit boek bevat één groot pleidooi voor een cultuur van aanraking en aanraakbaarheid. Probeer aanraking niet te zien als iets dat potentieel problematisch is (ook in de hulpverlening bijvoorbeeld), maar als een gegeven orde die we juist positief moeten gebruiken. Abusus non tollit usum, zogezegd. Uiteraard resoneert de boodschap van dit boek juist enorm in de van Covid-angst doordrenkte samenleving. Troost weigert zich neer te leggen bij het ‘nieuwe normaal’ van de anderhalvemetersamenleving. Niet omdat hij onvoorzichtig met mensenlevens wil omgaan, maar juist omdat hij het mensenleven in z’n fysieke – en daarmee spirituele – behoeftes wil eren.

Ik zeg het maar kort en krachtig zoals het is: ik ben het van a tot z eens met dit boek. Dat zal mede komen doordat ik de afgelopen jaren doordrenkt ben geraakt van de ervaringsgerichte therapeutische benadering van Spectrum. Het klopt gewoon Philip! Maar ook theologisch resoneert het met de vele ‘incarnatorische’ bewegingen die je op allerlei vlak kunt waarnemen. Theologie bedrijven zonder het lichaam serieus te nemen, het wordt gelukkig steeds zeldzamer.

Wat ik hier wil doen is vooral even een stukje meedenken of verder-denken met Philip.

Ik ben al heel wat jaren op allerlei manieren aan het nadenken over wat de ‘moderniteit’ nu precies is. Laten we zeggen, een manier van in-de-wereld-zijn die opkwam vanaf de late Middeleeuwen en waar we nu, ondanks de soms krachtige postmoderne kritiekbewegingen, in feite nog altijd volop inzitten. Die moderniteit heeft ons waanzinnig veel goeds opgeleverd. Ik bedoel, wie verlangt terug naar de aderlatingen en de piskijkers? Wie verlangt terug naar de tijd dat we half Europa moesten laten sterven aan een epidemie? Of dat we bang waren voor het weer? De techniek waardoor ons leven gerieflijker is geworden en waardoor welvaart en gezondheid voor het eerst in de mensengeschiedenis voor het hele volk beschikbaar zijn: wie had zoiets vroeger durven dromen?

Tegelijk klinken er volop tegenstemmen: mijn overgrootvader was arm en leed een sappelend bestaan, maar had hij werkelijk behoefte aan een auto, of een sjiek espresso-apparaat? Hij stierf jonger, rimpeliger en krommer dan wij, maar was vermoedelijk niet ongelukkiger dan wij.

Oké, ik wil het hier niet enkel over welvaart en techniek hebben, maar over manieren van denken, manieren van in-de-wereld-zijn. Voor een artikel dat ik binnenkort elders hoop te publiceren heb ik eens een tabel gemaakt over de manier waarop moderniteit, premoderniteit en postmoderniteit ‘denken’ over verschillende aspecten van de werkelijkheid. De linkerkolom is leidend: ik heb daar woorden genoteerd die de moderniteit definiëren. De midden- en rechterkolom geven aan wat mijns inziens de premoderne omgang met datzelfde veld weergeeft en wat het postmoderne alternatief is.

 

Moderniteit Premoderniteit Postmoderniteit
Rationaliteit/rede Rede opgevat in een breder veld van traditie, autoriteit en openbaring Emotie, intuïtie. Rede is geconstrueerd.
Individu Gemeenschap Hyperindividualisme plus verlangen naar ad-hoc vormen van gemeenschap.
Universaliteit Lokaliteit Cyberspace plus verlangen naar lokaliteit
‘Ontlichaming’, machinering Lichamelijkheid Cyberspace plus verlangen naar lichamelijkheid
Onttovering Betoverde wereld Verlangen naar herbetovering
Gelijkheid Ongelijkheid Pluraliteit
Transparantie, kenbaarheid, helderheid Mysterie, onkenbaarheid, narrativiteit Mysterie, onkenbaarheid, narrativiteit
Efficiëntie Traditie, traagheid Duurzaamheid, eerlijkheid
Meetbaarheid, telbaarheid Leefbaarheid, complexiteit Leefbaarheid, complexiteit
Beheersbaarheid Gegevenheid Tijdelijke constructen

 

Wat ik nu heel interessant vind, is dat Philips boek bijna op elk punt aanwijsbaar de premoderne kaart trekt – en daarin mijns inziens deelheeft aan de postmoderne kritiek op de moderniteit. ‘De moderniteit heeft ons vervreemd van de gegeven orde van Gods schepping’, zo zou je Philips positie kunnen samenvatten. Dus hoe reageren we op een pandemie? Alle alarmbellen van de moderniteit in deze tabel gaan stuk voor stuk rinkelen. Philip vraagt daarentegen aandacht voor het ongrijpbare, datgene dat ons overstijgt, het onbeheersbare waarvoor we soms ook gewoon moeten buigen. Of, nu ja, ga het rijtje in de tabel over premoderniteit maar af, en je vind bijna een samenvatting van Philips boek – dat natuurlijk primair de focus op lichamelijkheid legt.

Wat wil ik hiermee? Niets anders dan Philip een interessant kader voorleggen waartoe hij zich vast met plezier eens wil verhouden. In welk grotere geheel bevindt zijn denken zich? En het roept wat vragen op: moeten theologie en geloof noodzakelijk premodern zijn om te kunnen bestaan? En hoe ‘duivels’ is de moderniteit nu eigenlijk? Was vroeger alles beter Philip?

Je kunt de vragen overigens net zo goed aan mij stellen, want, zoals ik zei: ik sta geheel aan je zijde. Dank Phillip, voor je warme, uitnodigende betoog.

Dr. Wolter Huttinga
Verbonden aan de Theologische Universiteit Kampen en regelmatig schrijvend voor Dagblad Trouw

N.a.v. Raak me aan. Naar een cultuur van aanraken / Philip Troost / als paperback en als e-book